INLEIDING.
Als gevolg van de dé-kolonisatie, kreeg Nederland een groot probleem met liet inpassen van een groot aantal zeer ervaren “Indische ambtenaren” en een nog groter aantal in “Indië gewortelden”. Het was niet denkbeeldig dat de laatste categorie in Indonesië aan gevaren van vervolgingen bloot stonden. In dit verband werd dan ook logisch gedacht aan een opvang in Nederlands Nieuw-Guinea. De kennis en de ervaring zou daarbij van groot nut zijn voor de Papoea bevolking. Nieuw-Guinea is zooooo groot en dun bevolkt dat zeker voor de in “Lidje gewortelden” het tot hun toekomstige nieuw stamland kou worden gedacht. Op de volgende bladzijden ben ik begonnen met een korte beschrijving over het ontstaan van de Indische Nederlanders en het wel en wee van hun leven in Indië. Daarna heb ik getracht de sfeer en omstandigheden, waaronder de groep Deta-contractanten en anderen, die naar Nieuw-Guinea gingen en hoe zij in het begin van de jaren 50 moesten werken en leven. Hoe men het zolang had kunnen volhouden; onafgebroken werkzaam te zijn onder de meest ontmoedigde omstandigheden en ondanks allerlei tegenwerking, dan denk ik dat het te maken heeft met onze opvoeding, opleiding en idealisme. Men moet in dit stuk niet zien als een soort van verontschuldigingen of poging om wie dan ook te “rechtvaardigen” of ook aan de schandpaal te nagelen. Het gebeurde allemaal tientallen jaren geleden, vele zaken zijn vervaagd en de scherpe kantjes zijn er van afgeslepen. Het zou te ver voeren om alles op te sommen, wat er in die periode tot aan de overdracht van Nieuw-Guinea aan Indonesië is gedaan. Doch al deze zaken hoe belangrijk ook weiden door de buitenwereld niet opgemerkt, doch deze niet geringe inspanning werd nimmer gewaardeerd. Wanneer Nieuw-Guinea tijdens dc soevereiniteit overdracht ook aan Indonesië werd overgedragen dan was men van alle ellende gevrijwaard . Nu is het voor hun (Indonesia) een enorme meevaller. Mijn dank aan alle Deta-jongens die mij hebben geholpen dit verslag te schrijven en realiseren en de hulp die ik kreeg van Chris NELWAN, Fred SNACKEY, Eigene Van AlKOUDE en Tenny DONKERS bij de adviseren en het uitwerken hiervan heb mogen ontvangen, ook Joan S voor het verzamelen van gegevens bij de jongens. Het is begrijpelijk dat dit slechts een heel klein aantal korte biografische notities inzake de DETA-jongens bevat, daar het onmogelijk is hun allemaal te bereiken. Velen zijn er niet meer en anderen zijn over de wereld verspreid. Er is zover bekend ook nooit specifiek over geschreven, alleen die er deel aan hebben gehad weten nog liet één en ander van. Het is nuttig dit neer te schrijven op verzoek van velen die daar geleefd en gewoond hebben, opdat men later wanneer de laatste der optimisten van toen (Deta-jongens en alle andere Nieuw Guinea-gangers) er niet meer zijn. Zo kunnen we laten  weten aan  het nageslacht waarin indertijd hun ouders als voorouders een ideaal nastreefden die door de omstandigheden niet in vervulling is gegaan. Dit is ook de voornaamste reden om dit verslag te schrijven.
Leiden, 1994.
A.A.KOSTER.

 

Dit verslag kunt u hieronder lezen welke is gezet in een PDF bestand.

PDF Pioniers deel 1.1

PDF Pioniers deel 1.2

PDF Pioniers deel 1.3

PDF Pioniers deel 1.4