De Indische Archipel wordt vanaf de prehistorie door mensen bewoond. Voordat de Nederlanders kwamen, bestonden er al meerdere vorstendommen. Vanaf de 14e eeuw ontstonden er Arabische moslimstaten die een sterke invloed hadden op de situatie,de bevolking was ondergeschikt en zeer afhankelijk. De boeren moesten een groot deel van hun oogst, tot maximaal 65%, aan de vorsten afdragen. Eilanden handelden met elkaar, maar vochten ook geregeld conflicten uit. Door de Indiase en Arabische handelaren werden de specerijen naar Europa verhandeld. De schaarste ervan en de hoge prijzen vormden een sterke stimulans voor de eerste Europese ontdekkingsreizen.

De Portugezen waren de eersten die om de Kaap de Goede Hoop voeren en in 1498 Indië bereikten. In 1511 veroverden ze de stad Malakka waar ze handel dreven met Javanen en Bandanezen die specerijen uit de Molukken haalden, waarna de Portugezen zelf naar de Molukken reisden omdat de prijzen daar een vijfde waren van die in Malakka. Ze kwamen daar uiteindelijk in oorlog met de Molukse bevolking, waardoor de toevoer van specerijen naar Europa verminderde. Ondertussen was Portugal in 1580 onder de kroon van Spanje gekomen. Spanje was in oorlog met de Nederlanden en legde in 1585 beslag op vijandelijke schepen in de Portugese havens. De noodzaak voor de Hollanders om zelf op de Indonesische archipel te gaan varen werd hierdoor versterkt.

Sinds het einde van de 16e eeuw waren de Nederlandse kolonisten heer en meester in de Indische archipel. De eilanden waren vruchtbaar en de handel in koffie, thee, specerijen, suiker enz. bracht veel welvaart in Nederland. Maar de inheemse bevolking zelf profiteerde nauwelijks van deze rijkdommen. Ze werden niet altijd netjes behandeld door de Nederlandse overheersers. De arme bevolking kwam dan ook wel eens in opstand tegen Nederlanders door wie ze werden uitgebuit.
Begin 20e eeuw ontstonden er organisaties van mensen die een einde wilden maken aan de Nederlandse overheersing. Maar pas op 9 maart 1942 hield Nederlands-Indië op te bestaan. Het Nederlands-Indisch Leger capituleerde op die datum voor het Japanse bezettingsleger
De Nederlanders werden geïnterneerd (= in kampen opgesloten) of van de archipel verdreven. De Japanners probeerden steun van de inlandse bevolking te krijgen door hun een eigen staat te beloven. Ze gaven zelfs militaire trainingen aan Indonesische jongeren….
Op 15 augustus 1945 eindigde de Japanse bezetting. Twee dagen daarna werd de onafhankelijke republiek Indonesië uitgeroepen. Maar Nederland weigerde de nieuwe republiek te erkennen.

Nederland verzette zich tegen de, te snelle, Indonesische onafhankelijkheid en stuurde militairen ‘om de rust te herstellen’ middels ‘politionele acties’. Deze politionele acties waren nodig, om de moordaanslagen op de Indo-Europeanen, Chinezen en Hollands gezinde Indonesiërs, te stoppen. Ze gingen structureel en op even grote schaal, met hetzelfde extreme geweld als de Pelopor (Indonesische Vrijheidsstrijder) te werk. “Fight fire with fire”. Dit geweld werd door de Nederlandse regering bewust aangeduid met de eufemistische term excessen.Vanwege internationale druk van vooral de Verenigde Staten, accepteerde Nederland op 27 december 1949 de Indonesische onafhankelijkheid. Alleen de westelijke helft van Nieuw-Guinea bleef nog tot 1962 Nederlands.
Het verschil van mening over de datum van ontstaan van de Republik Indonesia heeft tientallen jaren de betrekkingen tussen Nederland en Indonesië verziekt. Indonesië hield vast aan de datum 17 augustus 1945, Nederland hield vast aan 27 december 1949. Pas in 2004 werd bij monde van minister Ben Bot van Buitenlandse Zaken het volgende gesteld: Ik zal met steun van het Kabinet aan de mensen in Indonesië duidelijk maken dat in Nederland het besef bestaat dat de onafhankelijkheid van de Republiek Indonesië de facto al begon op 17 augustus 1945 en dat wij , zestig jaar na dato ,dit feit in politieke en morele zin ruimhartig aanvaarden.Interessant detail is dat minister Bot zelf als kind in het concentratiekamp Ambarawa de uitroeping van de Republiek Indonesia heeft meegemaakt.

Op de Indische Nederlanders werd grote druk uitgeoefend om te kiezen voor het Indonesisch staatsburgerschap. Velen kregen in de jaren vijftig spijt van hun keuze, vooral toen de betrekkingen tussen Nederland en Indonesië verslechterden en opteerden alsnog voor het Nederlanderschap. Zij werden spijtoptanten genoemd.

Bron:Wikipedia,Semarang.nl