De Consolidated PBY Catalina (NAVO-codenaam: Mop), kortweg Catalina genoemd, was een door het Amerikaanse bedrijf Consolidated Aircraft ontworpen vliegboot, dat zowel op het water als op een landingsbaan kon landen. De Catalina werd door onder andere de Amerikaanse marine, de RAF, de Russische en Canadese strijdkrachten gebruikt in de jaren vanaf 1936 tot na de Tweede Wereldoorlog. Het is met circa 4051 exemplaren het meest gebouwde watervliegtuig.

Tussen 1941 en 1957 waren vliegboten van dit type bij de Nederlandse Marine Luchtvaartdienst (MLD) in gebruik. Het type is tot ver in de tweede helft van de 20-ste eeuw actief geweest bij diverse luchtmachten en doet tot op heden dienst als blusvliegtuig bij het bestrijden van bosbranden.

De Catalina was de tegenhanger van de Japanse vliegboot de Kawanishi H8K (bij de geallieerden beter bekend als “Emily”), waarschijnlijk de beste vliegboot van de Tweede Wereldoorlog.

 

De Catalina’s werden ook door Nederland gebruikt, namelijk door de MLD in Nederlands-Indië en aldaar ingezet in de periode 1942-1957. Zij werden vliegboten genoemd en hadden de bijnaam Cats. Deze toestellen werden ingezet voor verkennings- en konvooibeschermingsvluchten, het redden van schipbreukelingen, het overbrengen van manschappen (en hun gezinnen), en goederen.

Tweede Wereldoorlog
Reeds omdat de MLD in 1937 al belangstelling voor dit toestel had en ook doordat de geallieerde bondgenoten al met dit type toestel vlogen, kon een snelle keuze voor de PBY worden gemaakt. In 1942 werden 36 Catalina-vliegboten en nog eens 12 van die vliegboten in een verbeterde uitvoering besteld. De 36 kregen de registratienummers Y-38 t/m Y-73 toegewezen. Hiervan kwamen er 35 in Nederlands-Indië aan, omdat een toestel, de de Y-68, bij de Japanse aanval op Pearl Harbour, waar die op dat moment gestationeerd was, verloren ging. De toestellen kwamen in dienst bij de MLD, dat inhield dat het personeel moest worden getraind in het vliegen, het onderhoud en de van de toestellen moest gebeuren door technici die nog moesten worden opgeleid. De andere bestelde twaalf, met registratienummers Y-74 t/m Y-85 zijn nooit geleverd, door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog in het Aziatische deel van de wereld.

Stationering
De stationering van de toestellen vond plaats op de al bestaande vliegvelden, maar ook bij benzinedepots, waarvan sommige van schuilplaatsen waren voorzien. Morokrembangan was het grootste vliegkamp gebleven , kleinere lagen in Tandjong Priok, bij Pontianak, Balikpapan en Tarakan (op en bij Borneo), op het Meer van Tondano, dicht bij Menado (op Celebes), op het Tobameer op Noord-Sumatra, en op het eiland Ambon.

Na de capitulatie van Japan op 15 augustus 1945 werd de MLD weer formeel opgericht, waarbij de overgebleven toestellen direct onder de MLD vielen.
Na de Soevereiniteitsoverdracht van Nederlands-Indië aan de Indonesische regering in 1949, bleef voor Nederland alleen nog West-Papoea / Nederlands Nieuw-Guinea over. Hier werden de Catalina’s gestationeerd.

Bron : Wikipedia

 

Bron foto’s : Roy