rendang

Benodigdheden :

1 kilo doorregen runderlappen
6 middelgrote sjalotjes
4 teentjes knoflook
1 eetlepels zout
3 of 4 grote rode lomboks
2 cm gemberwortel
2,5 cm laos
1.5 cm koenjit wortel
3 salamblaadjes
1 dikke sereh-stengel
6 kemiri-noten
4 eetlepels olie
1 liter dikke santen (kokosmelk)
0,5 liter water

Bereiding :

Snijdt het vlees in blokken van 7x7x2 cm. Rasp de laos en oelek (fijnwrijven) deze daarna samen met de gember, koenjit, knoflook en kemirinoten.
Oelek de lomboks (alnaar gelang de mate van pedis 1 of meer met zaden/zaadlijsten gebruiken en de rest zonder,
anders erg pedis) en het zout totdat deze een fijne pasta vormen.
Maal de sjalotjes fijn (oeleken of in de keukenmachine). Vermeng de fijngemalen laos, gember, koenjit wortel, knoflook, kemirinoten,
spaanse pepers en sjalotjes. Verhit de olie (niet te heet) en voeg het kruidenmengsel toe.
Bak de kruiden 5 minuten lang terwijl u er steeds in blijft roeren.
Kneus de sereh en gooi het samen met de salamblaadjes bij de kruiden.
Bak nog 10 minuten terwijl u steeds roert.
Voeg het vlees toe en roer totdat het vlees is dichtgeschroeid. Doe het water erbij en roer het geheel goed door.
Laat alles op een laag vuur sudderen tot een wat dikker saus is ontstaan. Roer af en toe.
Dit zal ongeveer 1 uur duren. Voeg nu de santen toe en roer af en toe tot de saus dik is en aan het vlees blijft kleven. Ook dit duurt ongeveer 1 uur.
Rendang blijft erg lang goed als u elke dag het gerecht door en door verhit op een laag vuurtje.