De karbouw is het voornaamste dier van de Toraja
Het is een offerdier, een statussymbool en speelt een rol in vele mythen.
De horens van het dier waren en zijn nog steeds het embleem van koppensnellers.
Vroeger spiegelden krijgers zich aan de sterke, moedige stieren.
Het snellen van hoofden diende als bewijs van viriliteit en vergrootte de vruchtbaarheid van de rijstvelden.
Bij de waardering van een karbouw wordt gelet op de houding en omvang van het lichaam, de vorm van de horens,
liefst puntig en sikkelvormig als de nieuwe maan of, bij ossen, heel lang en de kleur.
Een diepzwart kleur wordt hoog geprezen, maar bonte karbouw die men in Indonesië vrijwel alleen vindt in Torajaland, zijn meestal duurder.
Het kostbaarst zijn de witte karbouwen met vlekken, gespikkeld als een kievitsei.
Deze vlekken worden geassocieerd met overvloed: de vele korrels van de rijst, de sterren aan het firmament.
En geheel witte buffels (kerbau bule ) ?
Die zijn niets waard.
Zij worden, zeggen de Toraja, blind geboren.

Klik op de foto om te vergroten